Klimaattop 2015, de kernpunten
Op 30 November 2015 startte het 21ste overleg van de klimaattop met als doel een nieuw verdrag samen te stellen voor het in 2020 eindigende kyoto-protocol.
Op 30 November 2015 startte het 21ste overleg van de klimaattop met als doel een nieuw verdrag samen te stellen voor het in 2020 eindigende kyoto-protocol. Dit kyoto-protocol is onder andere de directe aanleiding voor de EPC berekening zoals bekent uit het bouwbesluit.
Op 12 December stemden bijna 200 landen, inclusief de grote gebruikers USA en China, in met een bindend klimaatakkoord om de vervuiling van de aarde terug te dringen. Binnen het nieuwe akkoord worden er gespitst op de 3 kernpunten van de klimaattop.
Kernpunten klimaattop 2015
Opwarming aarde onder de 2°C
Beperking van de opwarming van de aarde tot minder dan 2 graden. Gestreefd moet worden naar 1,5 graad maximale opwarming.
Minder broeikasgassen
De partijen streven ernaar dat er snel een einde komt aan de stijging van de uitstoot van broeikasgassen. De partijen zijn zich ervan bewust dat het voor arme landen langer duurt dan voor rijkere om snel te komen tot het hoogtepunt in de uitstoot. Dan kan worden begonnen met de vermindering van de uitstoot van de schadelijke stoffen. Landen moeten doen wat in hun vermogen ligt.
Arme landen helpen
Voor de klimaatconferentie van 2025 moeten de partijen van de klimaatovereenkomst van Parijs zich samen ten doel stellen elk jaar ten minstens 100 miljard dollar (91 miljard euro) ter beschikking te stellen voor armere landen die economisch moeite hebben het streven van de klimaatconferentie bij te benen.
Het nieuwe klimaatakkoord wordt gezien als een ommekeer in de geschiedenis, het einde van het fossiele tijdperk. Er zal moeten worden gezocht naar verdere ontwikkeling in de opwekking en opslag van duurzame energiebronnen. Bijvoorbeeld zonne-energie en windenergie. Om zonder uitstoot van CO2 te voorzien in de behoeften van gebruikers van producten. Waar afgelopen januari de impact van het verdrag van Kyoto in de gebouwde omgeving in de praktijk te zien was met de reductie van de EPC zal het nieuwe verdrag verdere opening creëren voor duurzame, energie neutrale, energieleverende, en autonome gebouwconcepten.
Economische impact
Het reduceren van broeikasgassen, vraagt om de toepassing en ontwikkeling van duurzame energiebronnen. Zoals al langer wordt ondersteund door de transitie theorieën zal de economie kantelen van gedreven door fossiele brandstoffen, petrol heads, naar niet energie gedreven uitgangspunten. De “rijke” olielanden en olie gerelateerde bedrijven zullen hun inkomsten zien afnemen mits deze investeren in andere inkomstenbronnen. De impact van duurzame energie met lokale opwekking kan de gebruiker onafhankelijk maken, autarkisch. Kortom een verschuiving van de “wereldmachten”.
Kritiek
Het akkoord is een historische gebeurtenis in het behoud van de Aarde zoals wij deze kennen. Een grote stap in de goede richting echter zijn er kanttekening. De betrokken landen dienen in 2023 plannen aan te leveren hoe deze de doelstellingen gaan realiseren. Dit is “pas” over 8 jaar. De huidige doelstelling tot 2020 stroken echter niet met de doelstellingen in het nieuwe verdrag. Als er in 2050 CO2 neutraal gefunctioneerd dient te worden, dient er in 2040 een 80% reductie te zijn en in 2020 een 40% reductie. Deze lijn haalt men bij lange na niet.
Er is een veel werk aan de winkel, en Nederland, als één van de zwaarste fossiel gedreven landen zal het zwaar krijgen. Voor de gebouwde omgeving en de bedrijven betrokken bij de ontwikkelingen van duurzame energiebronnen is het echter een geweldige ontwikkeling.