Binnenklimaat en beheersing ervan
Als gebouwbeheerder en eigenaar van een school, kinderdagverblijf, kantoor of woning kun je op verschillende momenten te maken krijgen met binnenmilieuproblematiek, bijvoorbeeld wanneer je tijdens reguliere onderhoudswerkzaamheden geconfronteerd wordt met ad-hocklachten over het thermisch binnenklimaat en de binnenluchtkwaliteit.
Als gebouwbeheerder en eigenaar van een school, kinderdagverblijf, kantoor of woning kun je op verschillende momenten te maken krijgen met binnenmilieuproblematiek, bijvoorbeeld wanneer je tijdens reguliere onderhoudswerkzaamheden geconfronteerd wordt met ad-hocklachten over het thermisch binnenklimaat en de binnenluchtkwaliteit. Of wanneer je ingeschakeld wordt om een meer structureel binnenklimaatprobleem nader te (laten) onderzoeken. Het kan zijn dat iemand het ‘s winters maar niet warm krijgt en aangeeft extra verwarming nodig te hebben, of dat er ventilatieproblemen zijn en veel sick building klachten, of dat er volgens de gebouwgebruikers koeling nodig is.
Binnenklimaat
Bij wie als gebouwbeheerder of eigenaar geconfronteerd wordt met een binnenmilieuklacht, komt vaak als eerste de vraag op: ‘is de klacht wel echt, of is het psychisch?’
Uit wetenschappelijk onderzoek is bekend dat mensen die in verhoogde mate ‘stress ervaren’ ook relatief veel binnenklimaatklachten hebben. Dit betekent echter niet dat de klachten van deze mensen over de werkomgeving en de binnenlucht niets te maken hebben met het gebouw en de installaties en dus ‘psychisch zijn’. Bewezen is namelijk dat de mate waarin binnenklimaatklachten voorkomen gerelateerd is aan de kwaliteit van de binnenlucht (bijvoorbeeld de CO2-concentratie) en de aan- of afwezigheid van risicofactoren (bijvoorbeeld het ontbreken van te openen ramen).
Dus: als men geconfronteerd wordt met klachten over de temperatuur, over geïrriteerde ogen of een te droge keel, is de kans zeer groot dat er daadwerkelijk iets aan de hand is met het binnenmilieu en is de kans dat een en ander ‘ingebeeld’ is zeer klein.
Een aandachtspunt is wel de wijze waarop binnenklimaatklachten geuit worden. De meeste gebouwgebruikers gebruiken hierbij alledaagse taal, zoals ‘de lucht is te droog’ of ‘er is hier te weinig zuurstof’. Deze uitspraken moeten serieus genomen worden, maar zeker niet altijd letterlijk. Zie ook het kader Luchtvochtigheid en ‘droge lucht’-klachten op bladzijde 8.
Per keer zal men verder moeten bepalen of het een individuele klacht betreft of een algemene klacht. Bijvoorbeeld door at random een paar gebouwgebruikers te vragen naar hun ervaringen. Een systematische inventarisatie van de klachten is onder meer mogelijk door gebruik te maken van een vragenlijst. Het kost even tijd, zo’n systematische klachteninventarisatie, maar als blijkt dat er sprake is van een algemeen probleem levert de geïnvesteerde tijd een extra onderbouwing op van de noodzaak tot uitvoeren van installatietechnische verbeteringen.
Oplossingen
Bij het vinden van oplossingen van binnenklimaat problemen is het verder altijd nuttig om eerst duidelijk te definiëren wat de gecombineerde oorzaken zijn alvorens in maatregelen te gaan denken. Houd het zuiver en werk van klachten naar directe oorzaken, naar achterliggende bouwkundige en installatietechnische oorzaken, naar maatregelen. Wanneer de eigenaar van het gebouw elke maatregel die iets kost te veel vindt is het goed te wijzen op de verborgen kosten van het handhaven van de status quo c.q. het slechte binnenklimaat (bijvoorbeeld het effect op ziekteverzuim, productiviteit en leerprestaties).
Bij ingeplande aanpassingen (bijvoorbeeld het vervangen van de ketel of het herinrichten van een klaslokaal) is het raadzaam na te denken of er mogelijk ook winst te behalen is op het gebied van gezondheid en binnenmilieu. Soms kunnen bepaalde materialen of installaties worden toegepast die het energiegebruik verminderen en die goed zijn voor het binnenklimaat zonder dat het extra geld kost.
Gebruikers
Gebruikers in kantoren, scholen en kinderdagverblijven kunnen tevens een rol spelen in de aanpak van binnenmilieuproblemen, zeker gezien het feit dat de gebruikers/bewoners zelf de grootste vervuilers zijn. Allereerst is het belangrijk ze bewust te maken van het probleem en de rol die ze daarin zelf spelen. Maak ze bijvoorbeeld duidelijk dat het belangrijk is de ventilatievoorzieningen goed te gebruiken en niet te roken binnen, of alleen in daarvoor ingerichte rookruimten.
Bij langdurige klachten zal het vaak nodig zijn een specialist in te schakelen, Klimaat Beheer is deze specialist op het gebied van binnenklimaat en energie.
Gouden regels bij het omgaan met klachten en het oplossen ervan zijn:
- Neem klachten serieus (ze zijn zelden ‘psychisch’)…
- …. maar neem ze niet (te) letterlijk’.
- Inventariseer systematisch wat de klachten precies zijn (of laat dit doen).
- Controleer of het om een individuele klacht gaat of dat het om meerdere personen gaat.
laat het vervolg over aan een specialist op het gebied van binnenklimaat en vraag een offerte aan.